maandag 27 december 2010

Safe journey

Er zijn nog veel blogjes te schrijven, maar helaas ontbreekt me de tijd. Het positieve is, dat ik dan toch nog live iets te vertellen heb aan degenen die geinteresseerd blijven.

Mijn verblijf heeft me veel gebracht. Het was een fantastisch avontuur. Ik kan tevreden zijn over de dingen die ik hier heb kunnen doen. En heb veel vrienden erbij gekregen.
Er zijn een aantal dingen die ik niet ga missen:

Het vervoer in de matatu.
Echt om helemaal zat van te worden. De rammelende Toyatabusjes worden volgestampt met zwetende, niet altijd fris ruikende mensen en kippen. Er kan er altijd nog wel eentje bij. Officially licensed for 14 persons staat er op de deur. Het maximum dat ik telde was 22, babies en kippen niet meegeteld.

Bagage kun je nauwelijks meenemen. Zo reisde ik naar Kibaale met een rugzak, die ik 6 uur lang op mijn schoot heb moeten houden. Toen ik het laatste stuk van de reis even iets meer ruimte kreeg, dumpte iemand bij het instappen een kind op mijn schoot. Vervolgens gingen de ouders gezellig achterin zitten. Schattig hoor, die bruine oogjes die je aanstaren. Maar warm en zwaar die laatste twee uur.
En dan dat wachten voordat de matatu werkelijk vertrekt van zijn standplaats. Je kunt een uur zitten wachten omdat er nog 1 persoon bij kan. Terwijl die misschien wel 500 meter verderop opgepikt kan worden. Gek word je ervan.
Maar als we dan eenmaal rijden: Yes we are all winners! (zie foto).

Er zijn veel dingen (en mensen) die ik vreselijk zal missen, zoals:

De boda boda jongens.
Ik ben er echt verzot op. Ze staan overal voor je klaar. En niet 1, maar wel 5 tegelijk. Als ik de heuvel afloop vanaf het guesthouse, zwaaien ze me al van ver tegemoet: zal ik je ophalen...? Je hoeft nog geen 100 meter te lopen in dit land.

En ze stoppen tijdens de rit ook geduldig als je nog ergens een boodschapje moet doen. Of als je even een paar gefrituurde casaven wil kopen aan de kant van de weg, omdat je geen tijd of vergeten bent om te lunchen. En dan o zo gelukkig als je je snacks deelt met hen. Voor een paar dubbeltjes brengen ze je overal heen. Bij nacht en ontij.
Een lofzang op de boda boda vind je op YouTube.
(op de foto: mijn allerlaatste ritje op de boda)

Het verse fruit
Nergens beter vers fruit als in de tropen. Verse ananas (een grote al voor 0,35 cent), papaya, avocado. Het volrijpe sap loopt rijkelijk langs je lippen.

De mensen
En dan de mensen.... ik ga ze missen. Ik word morgen naar het vliegveld Entebbe gebracht en geescorteerd door een aantal Ugandeze vrienden. De laatste dagen krijg ik veel smsjes en telefoon van mensen die me gedag zeggen. We gonna miss you....en God bless you en Safe journey....
En dat klinkt dan net weer een beetje anders als Goeie reis.....

zaterdag 25 december 2010

Trouwpartijen

December is de maand van de party's. Zo ben ik kort na elkaar bij twee trouwerijen geweest. In Kibaale bezocht ik de receptie van een trouwpartij. Ik werd geescorteerd door Fredrick, een architect uit het dorp. Fredrick nam zijn taak heel serieus en week niet van mijn zij. Op zich wel handig, want de voertaal was Bunyoro. Maar ik werd geregeld aan mn jurk getrokken als ik met iemand (Engels) stond te praten: ik moest naast hem en met hem. Geregeld vroeg hij iemand om ons met z'n tweeen op te foto te zetten.

De receptie was gepland vanaf 2 uur. Maar in Afrika moet je dat niet zo serieus nemen. Alhoewel ik door Fredrick om 1 uur werd verwacht (ik moest er zijn als het bruidspaar aankwam!) kwam het paar pas om half 5 aan. Intussen hadden de aanwezige gasten al uitgebreid gegeten, rondgelopen in de tuin en in de schaduw gezeten. Bruid en bruidegom hadden beiden gestudeerd en waren van goede stand. Dat was dan ook af te lezen aan enorme bruidstaarten, live muziek en veel bruidsmeisjes met prachtige jurken. De bruid zelf had een traditionele, witte bruidsjurk. Er waren honderden mensen aanwezig. Het geheel stond in schril contrast met de levensomstandigheden van de mensen buiten het feestterrein.

Voor een andere trouwpartij reisde ik naar Kampal
a. Een nichtje van de familie Jackson trouwde met een Amerikaanse jongen. Ik was daar deze keer niet de enige blanke. De (Amerikaanse) vader van de bruidegom was niet aanwezig. Hij had een speech op een cd gezet die op een muur werd geprojecteerd. De mogelijke reden dat hij er niet was, zou kunnen zijn dat hij met zijn oversized formaat niet in een vliegtuigstoel zou hebben gepast.

De kerkdienst werd verstoord door een enorme plensbui. Naast ernstige lekkage op vele plekken, is het lawaai dat zo’n plensbui geeft op een golfplaten dak, alles overstemmend. Alhoewel het een gemengd huwelijk betrof, werd het feest opgesplitst. Na de kerkdienst, officiele inzegening en de vele familiefoto’s, werd er eerst een traditionele Ugandeze maaltijd geserveerd. Zoals Ugandezen gewend zijn, aten de gasten de matooke, beef en saus, met de handen. De Amerikanen hielden zich als groep afzijdig.

Na deze maaltijd zou er ook nog een westers georienteerd feestje zijn op een andere locatie. Voor deze aangelegenheid waren alleen de directe familie en vrienden uitgenodigd, die hiervoor bovendien zo’n tien euro per persoon hadden moeten betalen. Dit is een immens hoog bedrag voor een gemiddelde Ugandees en er waren weinig mensen aanwezig bij dit onderdeel. Met de Jacksonfamilie behoorde ik ook tot de direct uitgenodigden en we reden met zn allen naar een zeer mooi gelegen luxe locatie. We zaten aan lange tafels, rondom een zwembad. Met een prachtig uitzicht over Kampala. Door de vele speeches, die zowel in het Engels als in het Luganda werden vertaald, was het een lange zit.

Met de familie was het heel gezellig. Een van de dochters liet me haar kantoor zien van waaruit ze maatschappelijk werk verricht voor weeskinderen. Ik zag een oud houten bureau, maar onder allerlei kleedjes kwam een moderne flatscreen tevoorschijn. Geen internet. Daarvoor ging ze naar het kantoor van haar zus, die als advocaat werkt bij een bemiddelingsorganisatie voor adoptie van kinderen naar het buitenland.



Afscheid Nkokonjeru

Het netbook dat we met behulp van donaties hebben gekocht, is aangeboden aan de gehandicapten van Providence Home in Nkokonjeru.
We hebben er een feestelijke bijeenkomst van gemaakt. Het was tevens mijn afscheid en daar hadden ze, ondanks dat er al velen op kerstverlof waren, nog veel aandacht aanbesteed. Afscheidsliedjes, speeches, dans: ik werd echt in het zonnetje gezet door de gehandicapten, de Sisters en de kinderen (dit zijn weeskinderen die ook ingezet worden om de gehandicapten te verzorgen). Het netbook heb ik officieel overhandigd aan Simon. Het was ontroerend om te zien hoe hij en de anderen erop reageerden. Simon had zelf ook nog een cadeautje voor me ingepakt: Voor madam Jacky. From Student Simon.

De Amerikaanse vrijwilligster Ann neemt het stokje van me over en houdt het netbook in beheer. Op het (gele) bordje dat we ophingen, staat:

Computer education in Providence Home is build up in 2010. Dutch and Belgium Families donated a computer netbook, especially for those whose disabilities make it difficult to work on a desktop pc.

Namens de bewoners van Providence Home: bedankt voor jullie donatie!

woensdag 22 december 2010

Struggle for life

Drie kleine hutjes, op een terrein van banananbomen en mangobomen. De familie zit buiten als we aan komen. Jackson neemt alle tijd om ons te introduceren en brengt zowel hen als ons in een relaxte babbelsfeer. De taal die hier gesproken wordt is Bunyoro en geen Luganda dat in de omgeving van Kampala en Mukono gesproken wordt. Charles spreekt geen Bunyoro maar met Engels, dat voor velen de tweede voertaal is, gaat het ook goed. Soms met ondersteuning van Jackson die beide talen spreekt. De familie bestaat uit moeder (52 jaar), dochter (eind dertig) en veel kinderen. De kinderen zijn van de vrouwen zelf en er zijn verder weeskinderen van familieleden, die zijn overleden. Er zijn geen mannen, geen vaders, die zijn overleden. Er is geen honger. De bananen waar het Ugandeze hoofdvoedsel matooke van wordt gemaakt, zijn volop aanwezig. Evenals fruit, aardnoten, aardappels en mais.
Verder zijn er nauwelijks bestaansmiddelen. Er is geen elektriciteit, gas en stromend water. De waterbron is een behoorlijk eind lopen en niet erg schoon. Omdat er geen inkomsten zijn, is er ook geen geld voor onderwijs.

Bij een volgende familie hetzelfde verhaal. Bij deze familie woont nog een grootvader in, hij is 77. De moeder en hoofd van de hele familie die er woont, kijkt optimistisch de wereld in. Ze probeert alle dubbeltjes bij elkaar te rapen om kinderen enige vorm van onderwijs te bieden. Ze is er van overtuigd dat onderwijs even belangrijk is als voedsel. Charles is verrukt van haar tuin. Ze heeft een grote verscheidenheid aan fruitbomen. De bomen zijn al erg oud en dat getuigd van het bewustzijn om bomen niet zonder meer te kappen voor brandhout. Iets waar ook de broodnodige voorlichting voor is gepland binnen Matendo. Omdat er zonder beleid veel bomen worden gekapt, gaat de watervoorziening snel achteruit.

Het gesprek met een verpleegkundige vind plaats in een kleine apotheek in het dorp. Ze werk al acht jaar hier. Naast de vele gezondheidsproblemen vragen we haar in het gesprek met name te focussen op AIDS/HIV problemen. Ze verteld er open over en blijkt veel kennis te hebben. In een paar jaar tijd is het aantal positief gevonden mensen van 200 naar 1000 gestegen in deze kleine community. Samen met een aantal anderen social workers/nurses proberen ze de stigma's over AIDS te doorbreken. Er is een enorme angst om er vrijuit over te spreken. Je wordt vermeden, uitgesloten als je bekend dat je positief bent. Ze juicht een intensieve voorlichtingscampagne die Matendo van plan is, dan ook van harte toe.

De weeskinderen die wonen op het terrein van het ouderlijk huis van Jackson, hebben ook elk hun eigen, trieste verhaal. Dennis, 17 jaar, woont in een schuurtje. Zijn ouders zijn recent overleden, kort na elkaar. Zijn broer is ondergebracht bij familie in Kampala, zijn zusje (8 jaar) woont in hetzelfde dorp. Maar ze wordt zeer slecht verzorgd door de familie, de vrouw is weggelopen en de kinderen werden er aan hun lot overgelaten. Het meisje is eigenlijk altijd bij haar broer en in de dagen dat ik er was is besloten om haar matras maar weg te halen bij dat gezin en haar op te nemen bij de anderen.

Harriet is de oudste van de kinderen die er wonen. Ze is ook heel recent haar beide ouders verloren en heeft zelf drie kinderen, van drie verschillende mannen. Geen van de mannen is bij haar gebleven. Als ik haar naar haar leeftijd vraag, antwoordt ze: Ik denk van 25, maar het kan ook iets van 27 zijn. Ze hebben het niet bijgehouden. Harriet heeft een klein winkeltje in het dorp waar ze brood en suiker verkoopt. Maar het loopt niet erg. Ze houdt veel van kinderen. Heeft haar handen vol om haar eigen kinderen te verzorgen. Maar ook allerlei andere kinderen uit het dorp komen graag bij haar. Jackson zorgt dat er voldoende groente en fruit groeit waar ze van eten. En ze hebben een dak boven hun hoofd.

In de dagen dat ik er ben, ben ik een grote vakantie-attractie. Veel kinderen komen ‘de Mzungu kijken’ en gaande de dagen worden ze steeds vrijer en voelen mijn witte benen en aan mijn haar.

Niet alleen voor de kinderen ben ik bijzonder. Ook mensen uit de buurt komen aanwaaien. De pastor uit het dorp maakt een speciale afspraak. Hij wil me spreken. Het is niet duidelijk waarom en omdat hij alleen Bunyoro spreekt, moet er een vertaler bij. Dat is Fredrick. Op de veranda bij het huis van Jackson, begint de pastor zijn verhaal met een big smile. Hij slaat de Bijbel open en leest Psalm 20:1 voor. Fredrick doet zijn best om alles te vertalen. Het komt er op neer dat het belangrijk is wat ik doe, maar als het werk niet uit naam van Jezus gedaan wordt, het dan geen hout snijdt. Maar het eind van het liedje is: hij heeft nog nooit een blanke van nabij gezien, laat staan de hand geschud. Hij wilde zijn kans niet voorbij laten gaan!

Verder zijn er nog vele verhalen te vertellen van deze, voor mij intensieve dagen, in Kibaale. Maar daar is een blog te klein voor.

Campagne Glazen Huis
Dit jaar staat Serious Request van Radio 3FM in het teken van AIDS/HIV en weeskinderen. DJ Erik Corton is een aantal maanden geleden voor een reportage in Uganda geweest. Ik heb hen benaderd en aangeboden om real life stories te brengen in hun uitzendingen. Jackson en zijn staff zijn er op voorbereid. Helaas nog niets gehoord. Het zou mooi zijn als het project Matendo van een klein deel van de opbrengst zou kunnen mee genieten.

maandag 20 december 2010

Matendo

In deze laatste periode van mijn verblijf in Uganda, ben ik naast het afronden van de lopende zaken, met name bezig met het project in  het district Kibaale.

Het project behelst een meerjarenplan. De eerste stap is de organisatie van HIV/AIDS voorlichting. Verder is er een centrum in aanbouw waar een zogenaamd Vocational Training Centrum wordt gevestigd voor met name weeskinderen en dropouts. Zie verder in een van mijn vorige blogs.

De ontwikkeling van het project vond plaats onder de naam Christian Vision Uganda. De donaties komen tot nog toe voornamelijk vanuit de Engelse Kerk. Om het project een ruimer gezicht te geven dan alleen vanuit de christelijke invalshoek (en fondsen!) zijn we overeengekomen om verder te ontwikkelen onder een eigen naam. Er is gekozen voor Matendo. Dit is een Afrikaans woord, niet in een Engels woord te vertalen. Maar het betekend zoiets van: iets prachtigs dat vanuit het niets is ontstaan.
Om deze nieuwe naam heen, moet ook een nieuw jasje komen, zoals een website. Op dit moment ben ik druk bezig om content te verzamelen, die ik kan inzetten voor de website. Zo ben ik de afgelopen dagen voor de tweede keer naar het district Kibaale gereisd.

De start van samenwerking tussen Charles en Jackson
Charles, is de Ugandeze begeleider van vrijwilligers die in het guesthouse Besaniya verblijven, reisde met me mee. Hij is van oorsprong journalist en heeft een ruim netwerk aan sleutelfiguren en organisaties. Hij is altijd in voor nieuwe ontwikkelingen en was zeer geinteresseerd in het Kibaale project. Enige weken geleden organiseerde ik een (zaken)lunch om Charles en Jackson (projectleider) met elkaar te laten kennismaken. Vervolgens kunnen de twee het uitstekend met elkaar vinden en willen graag samenwerken. Enerzijds in het ontwikkelen van Matendo, anderzijds om vrijwilligers ook buiten het Mukonodistrict in te zetten.

We wilden graag levensverhalen optekenen van mensen waarvoor Matendo bedoeld is. Ik vroeg Charles mee te gaan voor de interviews met mensen die representatief zijn voor het overleven in de levensomstandigheden van dit district. Jackson, die oorspronkelijk uit deze streek Kibaale komt en hier een huis heeft, zocht tevoren mensen die bereid waren mee te werken aan de interviews. Het is mijn taak om beeldend materiaal te verzamelen.

In het huis waar ik verblijf is geen elektriciteit en mobiel en/of internetverbinding. Om op te laden ging ik voor een koffie naar een nabij gelegen hotel. Blijkt daar ook net de power off te zijn.... Heb wel internetverbinding en met het laatste beetje stroom in mijn accu kon ik dit blog toch nog uploaden.

donderdag 16 december 2010

Wildlife Murchison Falls

De afgelopen dagen was ik in Murchison Falls. Een natuurreservaat noordwestelijk van Kampala, tegen de grens van Congo. Met zes Nederlanders, een Belg en een Ugandeze chauffeur. De bekende groene bus (wordt op Besaniya gebruikt voor de naturetrips) bracht ons eerst naar een beschermd reservaat voor neushoorns, het zogenaamde Ziwa Rhino Sanctuary. Tijdens het regime van Amin is bijna de gehele populatie van neushoorns uitgeroeid. In 2004 is men begonnen om in dit reservaat een nieuwe gezonde groep te fokken, met zeer goed resultaat. Binnenkort zal de groep neushoorns uit 30 bestaan en zullen er een aantal van hen in de vrije natuur worden uitgezet. 

Na neus tot neus te hebben gestaan met deze beesten, werden we naar The Boomu Women’s group gebracht. Dit is een accommodatie die door vrouwen uit de community is opgezet en gerund wordt. We overnachtten er in de voor ons welbekende banda’s. De volgende morgen kregen we een rondleiding door het dorp. Diverse dorpsbewoners waren in het programma opgenomen om te vertellen over hoe er vroeger gejaagd werd op buffolo’s, hoe een kind volgens traditioneel gebruik ter wereld komt en hoe de huwelijksceromonie verloopt.
Tussen alle prachtige verhalen door, merkte ik dat mijn fotocamera blokkeerde en ik het met geen mogelijkheid meer aan de praat kreeg. Dat was wel even slikken. 
De foto’s van de afgelopen dagen zijn dan ook van mijn reisgenoten. De filmpjes heb ik wel zelf kunnen maken met Flip, die ook nog in mijn tas zat.

Na de tocht door het dorp reden we vervolgens in volle vaart naar de ingang van het Bugungy Natuur Reservaat en kochten er een permit
voor 24 uur. Alhoewel we gewaarschuwd waren voor horden mzungus die hier samenkomen, viel dat reuze mee. Waarschijnlijk ook omdat het geen weekend was. 
De Falls van Murchison waren indrukwekkend groots en woest. Daarna maakten we met een relatief kleine motorboot met z’n zevenen en twee rangers een fantastische tocht van drie uur op de Nile. Het wild dat we er van zeer nabij zagen: heel veel nijlpaarden, olifanten, buffaloos (inclusief de zilverreigers op hun rug), krokodillen, antilopen). Met een cool Nile-biertje in de hand, kon de tocht niet meer stuk (alleen mijn camera dan...).

We overnachtten in een houten barak aan de oever van de Nile. De volgende morgen om zeven uur met de pont de Nile over en vervolgens de gamedrive over de savannen van het reservaat. Met flinke snelheid ‘deden’ we in ongeveer drie uur het park. Dat was eigenlijk veel te kort voor de veelheid aan wildlife dat er te beleven was. Helaas bood het programma niet meer tijd en moesten we het park weer verlaten. Zie verder de filmpjes (zie linken aan de rechterkant van het blog).

vrijdag 10 december 2010

De opening van de kippenboerderij

Zoals ik in vorig blog beschreef, hebben twee vrijwilligers, Sander en Linda, gedurende hun verblijf in Uganda, in een afgelegen dorp een kippenboerderij opgezet. Samen met een Ugandees hebben ze het project vanaf het begin uitgewerkt (van bedrijfsplan tot bouwtekening tot het ophalen van de kuikens). Het heeft hen heel wat zweetdruppels en eindeloos geduld gekost. De samenwerking met de aannemer, de afspraken met de Ugandeze projectleider, de materialen die niet op tijd geleverd werden, de kuikens die al afgeleverd werden voordat het hok (boerderij!) klaar was..... al met al voor iedereen een leerzame les. Vlak voor hun vertrek naar Nederland konden Sander en Linda er toch tevreden op terugzien en werd er door de dorpsgemeenschap een heus openingsfeest georganiseerd. Met alle vrijwilligers van het guesthouse Besaniya hebben we dit feest bijgewoond.
Links de dorpsbewoners, rechts de eregasten
 Met een private-matatu hobbelden we gedurende twee uur over de Ugandeze wegen. We werden hartelijk welkom geheten door vertegenwoordigers van het dorp. Vrouwen waren al druk bezig met het voorbereiden van het eten en vele plastic stoelen stonden klaar onder een afdak. Tegenover de plastic stoelen stond een rij luxe fauteuils en banken, bedoeld voor de eregasten. En als mzungu ben je dat al heel gauw op een feest als deze. Het is een mal gezicht, zo tegenover elkaar te zitten: zij en wij.

Omdat er onverwachts in het dorp ook een begrafenis plaatsvond, duurde het lang voordat alle gasten er waren. Ik kreeg intussen een rondleiding door het dorpje; dat begon met één gids, maar al snel had ik een hele schare kinderen achter me aan die me allemaal hun eigen huis wilden laten zien. Zoveel huizen waren het niet, de meeste kinderen waren broer en zus. Ik duizelde weer van de aantallen die men gaf: hier woon ik met 14 broers en zussen..... 
Sander en Linda voor hun kippenboerderij

Intussen waren ook hooggeplaatste gasten op het feestterrein gearriveerd, zoals de Counseler van het district. Zoals gebruikelijk in Uganda duurt een feestje als deze lang en de vele speeches en herhalingen daarin zijn slaapverwekkend. Maar er was ook tijd voor zang, ingestudeerde liedjes van de vele aanwezige kinderen, en dans. Sander en Linda kregen welverdiende aandacht en mochten als besluit samen de taart aansnijden die met hun namen waren versierd.
Zie verder de filmpjes.

donderdag 9 december 2010

De bron van energie en kennis op Besaniya

Toen ik begin oktober in het guesthouse Besaniya arriveerde, waren er 4 vrijwilligers. Gaande de maanden zijn er zowel een aantal Nederlanders als Belgen bijgekomen. Het verloop is niet erg groot en er is een vaste kern (die nu zo langzaamaan uiteen valt). Naast uitwisselen van dagelijkse ervaringen, is er ook veel tijd voor lol en gezamenlijke activiteit (altijd vrij om daar wel of niet aan mee te doen). De meesten kiezen voor een verblijf in Uganda van ongeveer 3 tot 4 maanden.

Het zijn over het algemeen jonge, enthousiaste mensen en er huist hier in het hart van Uganda dan ook een bron van energie en kennis. Helaas is het niet altijd mogelijk om in dit moeilijke land werkelijk iets op te zetten. En dan al helemaal niet volgens een structuur, zoals we dat in Nederland kennen. Dat frusteert en demotiveert menig vrijwilliger.

Het werd ons extra moeilijk gemaakt omdat de organisatie door wie we bemiddelt waren, SYPO, ter ziele is. Een en ander wordt overgenomen door ICUganda, maar in deze overgangsfase heeft dat nog weinig handen en voeten. We werden wel zeer goed opgevangen door Charles Musisii, een bevlogen, Ugandeze (ex) journalist die met een Nederlandse partner SYPO had opgericht. Charles heeft een enorm netwerk om zich heen, in de verre omtrek van Mukono. Hij heeft ons allen persoonlijk geintroduceerd bij de verschillende projecten waar iets gedaan zou kunnen worden met je kennis en je interesse. Dat was een warme overdracht, maar het hing verder van je eigen initiatief af wat je en hoe je te werk ging op de verschillende locaties.
Door alle moeilijkheden en frustaties heen is er de afgelopen maanden toch verrassend veel neergezet. Een kleine opsomming over de mensen die hier zijn (de leeftijd is doorgaans tussen de 20 en 30 jaar):

Sander en Linda:
Als stel gekomen (en zodanig ook weer vertrokken afgelopen weekend). Sander is in Nederland werkzaam in een laboratorium en bood in Mukono zijn kennis en kunde aan in een laboratorium. Het bleek moeilijk om daar zijn draai te vinden. Evenals Linda, net afgestudeerd in Economie, kon haar draai niet gemakkelijk vinden. Uiteindelijk haakten ze allebei aan bij een project in een afgelegen dorpje en zetten daar een heuse kippenboerderij op. Die is afgelopen week feestelijk geopend en ik zal daar nog een blog over schrijven.

Lex:
vond na zijn studie Werktuigbouwkunde in Nederland een baan als strategisch adviseur. Lex zou worden ingezet om de yoghurtfabriek van SYPO uit te breiden. De bedoeling is om meer yoghurt af te zetten. Hij heeft een bedrijfsplan uitgeschreven en hopelijk zal dit niet alleen voor de yoghurtfabriek, maar ook voor andere soortgelijke projecten als leidraad kunnen dienen.

Marieke:
heeft haar bachelor voor de rechtenstudie net gehaald en wil vooraf aan haar master aan de lijve ondervinden wat ontwikkelingswerk inhoudt. Marieke droomt vanaf haar 15e al van werken in Afrika en kiest waarschijnlijk als specialisatie Internationaal recht. Ze is in Uganda betrokken geraakt, via de universiteit in Kampala, bij onderzoek in mediation, arbitrage en kinderarbeid.

Lenke:
heeft een administratieve baan in de chemische sector in Belgie en geeft in Uganda computeronderwijs op verschillende locaties, voornamelijk aan leerkrachten. Op dit moment verblijft ze twee weken op de Jjaja Bangaschool , onder Masaka, verstoken van electriciteit. Een computer draait op zonne-energie. Ze geeft er les aan vier leerkrachten. Lenke heeft ook donaties van haar achterban gekregen en we maakten gezamenlijk een plan om het te besteden aan het ProvidenceProject.

Tyas:
net afgestudeerd criminoloog en nog bezig met een rechtenstudie. Had ingetekend op een Ugandees project dat taakstraffen ontwikkeld om jongeren buiten het strafrechtsysteem te houden. Helaas bleek dat project ter ziele toe hij hier arriveerde. Hij vond een baan bij een Law Development Association in Kampala en doet mee in allerlei (veld)onderzoek en rapportages.

Yvonne:
Is verpleegkundige en zo duidelijk als dat beroep lijkt om iets te doen in een ontwikkelingsland, bleek dat toch niet zo gemakkelijk. Ze werd geintroduceerd in een ziekenhuis,  maar het was zeer moeilijk om iets extras te bieden, naast de zaken die volgens het ziekenhuissysteem al draaien. Ze heeft klinische lessen over specifieke onderwerpen ingevoerd en bijeenkomsten over hygiene en verzorging uitgewerkt. Daarnaast is ze na verloop van tijd haar ziekenhuiswerk gaan combineren met verzorging van gehandicapten in Providence Home in Nkokonjeru.

Freek:
Electricien en projectmanager bij Shell in Nederland. Wilde zijn vakantie eens op een andere manier besteden. Is hier een maand geweest en heeft zich uitstekend vermaakt (en wij met hem!) in een buurtcentrum dat in opbouw is, ergens in een veraf gelegen community. Verven, houtzagen, kippen slachten: hij deed overal aan mee.

Jelle:
Een jonge Belg die voor studiepunten van zijn studie Economie werkt aan een bedrijfsplan voor een kippenboerderij. Hij neemt het stokje over van Sander en Linda. Daarnaast geeft hij rekenles aan een aantal vrouwen die samenkomen in een buurtcentrum, ergens in een community.

Leonard:
Student bedrijfskunde aan de Rotterdamse universiteit. Vermaakt zich hier met het geven van sportlessen op scholen. En ontwikkelt een bedrijfsplan voor het project Microfinance van Sypo. Is intussen helemaal in de ban geraakt om een (schone) waterput aan te leggen in een afgelegen dorp; met behulp van donaties van vrienden en familie hoopt hij dat binnenkort te verwezelijken.

Kelvin:
Besteed zijn tijd half aan vakantievieren bij zijn oom in Entebbe en heeft zich als vrijwilliger de opdracht gesteld om een basketbalveld aan te leggen in een buurtcentrum.

Zoals je leest, is het een bonte verzameling aan kennis en activiteit. Omdat er op dit moment weinig samenhang is in het vrijwilligerswerk, hebben Lenke, Lex en ik de handen ineen geslagen om een (online) database op te zetten waarin al onze ervaringen, contactpersonen, lesmateriaal en werkplannen worden samengebracht. Dit kan voor nieuwe vrijwilligers een bron zijn om op voort te borduren. Om niet weer opnieuw het wiel te moeten uitvinden.

zondag 5 december 2010

Sinterklaasfeest in Entebbe

Zaterdagmorgen 4 december rijdt er een speciaal afgehuurde matatu met een Ugandeze driver en een Nederlandse conductor 10 mzungu’s naar Entebbe. Het contrast met het vieren van het Sinterklaasfeest in Nederland is groot: daar sneeuw en ijs (en vooral ook Hoor de wind waait door de bomen) en bij ons tropisch warm (heet). Bovendien is het feest voor onze Ugandese vrienden lastig uit te leggen. Een verkleedde oude man die met een boot aan land komt om de ons cadeaus te brengen. De rol van de Zwarte Pieten hebben we positief gebracht: zij helpen de oude man, houden heel veel van kinderen en maken hen door de vele grappen voortdurend aan het lachen. Ze zijn zo zwart omdat ze door schoorstenen kruipen om de pakjes binnen in de huizen te brengen. Maar ja, hoe maak je dat laatste duidelijk in een land waar je geen kachel nodig hebt om je op te warmen. Best wel onwennig om in deze omstandigheden Sinterklaas te vieren.
Maar de pret die we in de matatu hadden was er niet minder op. Zie het filmpje!

Het feest was georganiseerd door de Nederlandse ambassade (en Lenke, gelukkig waren jullie Belgen ook van harte welkom!). Het feest vond plaats in de Beach Club van Entebbe. Op deze locatie liggen surfplanken en zeilboten die door de (blanke) jetset bevaren worden. De auto’s die er geparkeerd stonden leken daar ook naar.

Het was een vrolijk feestje met coole biertjes in plaats van warme chocolademelk. Sinterklaas kwam in een heuze speedboot aangevaren over het Victoriameer. De Zwarte Pieten waren in Uganda in dezelfde vrolijke pakken gestoken als we ze in Nederland kennen. Hun dik aangezette rode lippen en hier en daar een blanke vlek in de nek, verraadde dat er geen Afrikaans bloed in zat.

Helaas waren de pepernoten, marsepein en chocoladeletters al op voordat het feest begon. De paar mierzoete gevulde kikkers die nog restte, maakten het gevoel echter compleet dat Sinterklaas ook in Uganda bestaat.




donderdag 2 december 2010

De meiden van Goretti

De vakantietijd is aangebroken en vele schooldeuren gaan dicht. Ook de meisjesschool Maria Goretti gaat over een week de deuren sluiten. In elk geval voor de maanden december en januari, dan is de grote vakantie. Maar in verband met de presidentsverkiezingen in februari kan het zijn dat de scholen tot na de verkiezingen gesloten blijven. Ik hoor over dit laatste verschillende redenen genoemd: òf men is bang voor onrust en ongeregeldheid tijdens de verkiezingen, òf iedereen is zo druk met campagne voeren, dat er geen tijd overblijft om op school te zijn òf men moet in het district blijven waar gestemd kan worden.
De school gaat dus dicht en het is nog niet bekend wanneer de deur weer open gaat.

Gaande de weken dat ik betrokken was bij deze school, begreep ik dat er een streng regiem heerst. Met harde hard wordt geregeerd en geprobeerd gehoorzaamheid en discipline af te dwingen. Zelfs lijfstraffen worden niet geweerd. In het schoolreglement staat met vette letters onder het eerste punt: Discipline is onze eerste prioriteit.
Hoewel de meiden uit kansarme gezinnen komen, of wees zijn, moet er toch voor het verblijf op deze school een aardige som geld betaald worden. Het eten dat de meiden krijgen is zeer sober en eenzijdig: zowel voor lunch als voor het avondeten krijgen ze de zogenaamde poche (een stijve, witte brij gemaakt van maismeel) en witte bonen in een waterig sausje.

Intussen heb ik mijn programma op deze school afgesloten. Op mijn laatste dag werd een meisje van school gestuurd. De reden was dat het meisje gevraagd had of ze in de slaapzaal mocht omdat ze zich zo ziek voelde.Ze kreeg geen toestemming van de matron, maar bleef het herhalen dat ze echt naar bed moest. Vervolgens bracht de matron haar naar de Sister. Ook daar bleef ze volhouden. Dit gedrag getuigd volgens de Sister niet van nederigheid en discipline en ze kon dus haar spullen pakken om te vertrekken.

Het was een intriest gebeuren: het meisje is wees en voordat ze op deze meisjesschool kwam, verbleef ze in een weeshuis. Haar spulletjes, een ijzeren kist en een emmer en een wasteil, werden uit haar slaapzaal gesleept en op het gras gezet. Haar hartsvriendin die in hetzelfde weeshuis was opgegroeid, liep huilend met haar mee. Niemand wist waar ze naar toe zou gaan. Er kwam nog wel een maatschappelijk werkster bij en we hoopten maar dat zij misschien een plekje wist om dat meisje te huisvesten. Leerkracht Robert heeft zijn ontslag ingediend. Hij kan en wil niet meer aan dit Sister-regiem meewerken.

Door de Geoffrey, de computerleraar werd ik vrolijk weggezwaaid en als afscheid kreeg ik een ketting cadeau.
Het mailtje dat ik nadien van hem ontving:
i apliciate for you did for the girls and they love you so much and they have said they will be praying for you all the time.

from geoffrey

woensdag 1 december 2010

Graduation day in the Providence

Voor de eerste keer sinds 10 jaar werd er afgelopen weekend in Providence Home in Nkokonjeru een zogenaamde Graduation day georganiseerd. Het onderdak dat Providence Home aan gehandicapten en weeskinderen biedt, is in principe voor slechts twee jaar bedoeld. In die twee jaar wordt er gericht gewerkt aan een beroepsopleiding oftewel aan het vergroten van vaardigheden zodat er meer kans is op enige vorm van betaalde arbeid. Alhoewel de wachtlijst aanzienlijk en doorstroming daardoor gewenst is, is het in lang niet alle gevallen mogelijk om de gehandicapten weer terug te plaatsen in een gezin of familie.
Om de afronding van hun tweejarig verblijf te benadrukken, werd er dit jaar een officiele Graduation georganiseerd. Alle bewoners die ‘afgestudeerd’ waren, kregen een zwarte, officiele (handgemaakte) graduation dress en een bijpassende muts. Met veel speeches omlijst, kregen de afgestudeerden een heus certificaat uitgereikt.
Mijn
vier studenten waren ook van de partij. Alhoewel de familie ook van harte was uitgenodigd, bleek alleen de zus van Doreen er te zijn. Dat maakt het geheel extra troosteloos. Voor mij althans, want de studenten leken zeer gelukkig met de aandacht die er voor ze was. Simon bleef volhouden dat zijn broer echt nog zou komen en wilde op allerlei plaatsen graag met mij op de foto.

Na afloop van de plechtigheden en vele liedjes, werd er nog een kersttoneelstuk opgevoerd met Jozef (Alex) en Maria in de hoofdrol.

Ik begreep dat omdat er geen mogelijkheden zijn om Alex, Simon en Doreen ergens te plaatsen. Zij blijven voorlopig in Providence Home. Simon P zal vertrekken, alleen weet niemand wanneer. Geen van zijn familieleden heeft iets van zich laten horen en hij weet zelf ook absoluut niet waar zijn thuis zal zijn, voor, tijdens en na de feestdagen.






Computers voor gehandicapten in Providence Home

Na veel mislukte pogingen heb ik uiteindelijk Sister Juliette, hoofd van de Providence Home in Nkokonjeru, kunnen spreken. Het is opvallend hoe vaak headSisters op pad zijn overdag. Ze hebben een prive-auto en chauffeur en lopen vele ‘zakengesprekken’ af.

Mijn idee om computeronderwijs structureel aan te bieden naast de andere beroepsopleidingen zoals naaien, kappen en schoenmaken, werd goed ontvangen. Ze liep al geruime tijd met het idee in haar hoofd, maar had hiervoor enige stimulans nodig. Ze is ook van mening dat het schoenmakersvak, waarvoor ze sommige gehandicapten opleidt, enigszins uit de tijd is: er worden zoveel tweedehands-schoenen aangeboden, die goedkoper zijn dan schoenen te repareren of nieuwe te laten maken. Om de gehandicapten op te leiden voor een administratieve baan waarin computeronderwijs een essentieel onderdeel is, had al langere tijd de aandacht van Sister Juliette.
Ik bracht haar in contact met een bedrijf voor computerreparatie in Mukono die, volgens teacher Geoffrey van Maria Goretti, als betrouwbaar bekend staat. Het blijkt niet simpel om deskundigen te vinden op dit gebied en er zijn al heel wat computers aan zogenaamde technici toevertrouwd die er meer onderdelen uithaalden dan dat er werkelijk iets gerepareerd werd. Sister Juliette liet er geen gras over groeien en bracht meteen de volgende dag met haar privechauffeur twee oude computers naar het bedrijf in Mukono. Ik had haar beloofd bij te springen in de kosten, mocht dat nodig zijn. Daar maakte ze dankbaar gebruik van en binnen een week stond er 1 werkende computer. Een tweede computer zal binnenkort afgeleverd worden.
De elektriciteit is in het district Nkokonjeru maanden afgesloten geweest. Mondjesmaat kwam het terug, eerst alleen in de avonduren (mijn laptop bleef onmisbaar), maar later ook enkele dagen per week. Nu is de week redelijk gedekt. Twee essentiële onderdelen voor serieus computeronderwijs zijn er nu: twee computers en elektriciteit. Maar een volgend probleem diende zich aan: de locatie. In de meest rustige en aangewezen plek zoals de bibliotheek is geen elektriciteit. De stopcontacten zitten er wel en ik kom er niet goed achter waar het probleem zit. Na veel gepraat mocht ik de computer in een gewoon leslokaal zetten. Omdat het schoolvakantie is, wordt het lokaal de komende twee maanden niet gebruikt. En hopelijk is er intussen tijd geïnvesteerd in voorzieningen in de bibliotheek.
Een ander probleem is de stoel en tafel waar de computer opstaan. Er is alleen een hoge houten tafel, of een klein kindertafeltje en een houten stoel beschikbaar. Met name voor Simon en Doreen is het vanwege hun handicap, onmogelijk om op een goede manier achter de pc te zitten. Vele ideeen zijn bedacht, zoals het laten maken van een verstelbare tafel, stoel etc. Maar de kosten hiervan zijn erg hoog. De beste oplossing waar we op uit komen, is de aanschaf van een netbook. Dit is een kleine, zeer lichte laptop en is gemakkelijk op schoot te gebruiken. De zojuist gearriveerde Amerikaanse Ann heeft een netbook en liet Simon en Doreen hier even op werken. Wat een verschil: ze kunnen gemakkelijk bij de toetsen en het beeldscherm diverse kanten opdraaien. Het plan voor structureel computeronderwijs in de Providence Home ziet er nu als volgt uit:
Ann, vrijwilliger van het Amerikaanse Peacecorps blijft twee jaar aan de Providence verbonden. Haar beleidstaken wisselt ze graag af met het op gezette tijden geven van computerles. De digitale lesboeken heb ik haar overgedragen. Daarnaast zal zij de komende tijd actief zijn om de computers beschikbaar te krijgen in een lokaal waar de leerlingen iedere dag kunnen oefenen. De begeleiding van Ann zal ook gericht zijn op de zelfredzaamheid van de studenten. Zo zal Alex, een snelle en slimme leerling uit mijn groepje van 4, voorlopig een goede adviseur zijn voor de anderen.
Het netbook dat we gaan kopen, wordt met veel tamtam in de week voor de Kerst aangeboden. We zullen alle leerlingen, leerkrachten en Sisters hierin betrekken zodat iedereen weet dat dit ter beschikking is gekomen voor de bewoners (en niet voor de Sisters, die ook wel heel graag zo’n ding willen hebben...) Het netbook geven we in beheer van Ann. En na twee jaar zal zij waarschijnlijk opgevolgd worden door een andere Amerikaanse vrijwilliger van het Peacecorps (die altijd gedurende twee jaar ergens gestationeerd worden, krijgen kostenvergoeding, een kleine toelage tijdens hun verblijf en kunnen na die twee jaar op kosten van de Amerikaanse overheid hun masterdegree halen).
Mijn (Belgische) collega Lenke, die als vrijwilliger ook computeronderwijs geeft op verschillende scholen, doet mee aan dit ProvidenceProject. Zij heeft bij haar Belgische achterban wat geld verzamelt. Het geld dat mijn achterban had gedoneerd, ga ik ook besteden aan het ProvidenceProject. Uit de pot zal betaald worden: computerreparaties (60 euro), een netbook (een Acer Aspire A0532-2789, 250 euro), een adapter (60 euro).
Ik open geen aparte rekening maar iedereen die een steentje wil bijdragen kan in goed vertrouwen iets storten op mijn rekening 24 28 140 t.n.v. J.J. van der Ende, Groningen o.v.v. ProvidenceProject.

vrijdag 26 november 2010

Brood en bananen

Tijdens een vroege ochtendwandeling in Kikangahara zag ik haar staan. Tussen de groene bananenbomen, op een helling. Ik stond veraf, maar blijkbaar had ze me toch gezien en kwam naar me toe. Ik vroeg haar of ik een foto mocht maken. Ze wuifde afwerend. Voor een foto zag ze er niet mooi genoeg uit, althans dat begreep ik uit haar gebaren. Doorgaans kleden vrouwen zich hier zeer aantrekkelijk, verzorgd en vrouwelijk. En ik moest toegeven dat haar jurk vuil en versleten was. Ze vroeg me waar ik verbleef en vertelde daarna dat ze een zus was van de Rev. Ik verbaasde me daarover omdat ik meende dat ik alle familieleden in de verre omtrek de hand had geschud. Ik begreep later dat je elkaar ook broer en zus kan noemen als je van dezelfde stam bent.

Later tikte ze aan de deur van het huis. Hoestend en steunend nam ze plaats aan de ontbijttafel. De Rev. schoof haar een broodje en bananen toe en ging op zoek naar medicijnen (Amoxyl, een breedspectrumantibioticum) waar de Rev. blijkbaar een voorraadje van in huis heeft.
Haar veel te wijde jurk die over haar broodmagere lichaam hing, schoof langzaam van haar schouders. Ze merkte haar ontblote bovenlichaam zelf niet op. Had alle aandacht bij het eten dat haar toegeschoven was.

In een rafelige, vieze doek, die bij ons niet eens als poetsdoek zou dienen, snoot ze haar neus. Ik gaf haar mijn pakje papieren zakdoekjes die er in deze omgeving opmerkelijk vrolijk en stralend wit uitzag.
En zo zat ik daar, met een moeder van 8 kinderen, haar man is vorig jaar overleden. Ze is daarom genoodzaakt om zelf de kost te verdienen met haar koeien. En als ik haar ziektegeschiedenis hoor, zal haar leven ook niet lang meer kunnen duren. Het woord AIDS wordt angstvallig vermeden.

donderdag 25 november 2010

Kibaale

Mijn hand is weer opgeknapt, ik typ weer met twee handen en we zijn weer aangesloten op het elektriciteitsnet. Weer hoog tijd voor een blog!

Het project van CVU
Het einddoel van mijn reis vorige week was Kikangahara, in het Kibaale District, ongeveer 200 kilometer van Kampala.
Het gebied worstelt met de gevolgen van HIV/AIDS en kent het hoogste aantal weeskinderen. Er is grote armoede, werkloosheid, laag opleidingsniveau, en een groeiend aantal kinderen die de leiding over een gezin moeten nemen.

De Stichting Christian Vision Uganda (CVU) is in dit gebied bezig een zogenaamd Vocational Skills Training Centre op te zetten. Projectleider Jackson Kasozi is in het Kibaale District opgegroeid en er wonen nog veel familieleden van hem. Als oudste zoon, heeft hij land en het huis van zijn ouders in Kikangahare geerfd. Hij heeft zelf 10 jaar in de UK gewoond en kwam in 2008 terug om iets voor zijn land te betekenen. Hij woont nu in Kampala, de hoofdstad.

De locatie die gekozen is voor het project, is buiten het dorp, in een vallei, tussen een lagere en middelbare school. Er staat daar ook een kerk. Dit maakt dat het een ontmoetingspunt is voor jong en oud en bewust gekozen om saamhorigheid en de zelfredzaamheid te versterken.
Veel kinderen zijn niet in staat om de educatieve programma’s op school af te maken (dropouts). Ze moeten hun familie helpen om het voedsel te verbouwen, of om voor de kleinere kinderen te zorgen.

In het Trainingscentre zullen weeskinderen en dropouts dagopvang en een gerichte opleiding worden aangeboden, zoals bijvoorbeeld in de landbouw. Hen wordt geleerd om hun eigen voedsel te verbouwen zoals bonen, maïs, groenten, cassave en fruit. Verder is er gelegenheid om een vak te leren zoals automonteur, elektricien, metselaar, IT, naaien. De eindproducten zullen op de markt worden gebracht.
Het Vocational Centre, dat nog volop in aanbouw is, zal ook een plek bieden aan groepen en organisaties die een ruimte nodig hebben voor vergaderingen en seminars. Naast fondsen, zal het centrum zichzelf ook deels moeten bedruipen. Centrale en lokale autoriteiten, de lokale gemeenschap en vrijwillige organisaties spelen allemaal een rol in het creëren van een samenleving waaraan iedereen kan bijdragen en kan profiteren.
Intussen heeft de lokale gemeenschap al meer dan 2.000 dennenbomen geplant om het milieu te beschermen en wordt er een preventieprogramma geboden ter bewustwording van HIV/AIDS. De lokale overheid heeft leidingwater en elektriciteit aangelegd.

Mijn reis naar Kibaale
De reis ging over stoffige wegen, met de bekende gaten en kuilen en nodige wegopbrekingen. Er zijn weinig auto's die nog over enige vorm van vering bezitten en zoals inmiddels gewend, kon ik vele uren genieten van de zogenaamde African massage.
In totaal zou het ongeveer 5 uur rijden zijn, maar door alle boodschapjes en familiebezoekjes waren we een leuke dag onderweg. Zo kwamen we halverwege de reis terecht in een familiefeest. Jackson wilde alleen iets afgeven bij zijn zus, maar we werden met veel kabaal het hoofdpodium opgeleid en konden niet zomaar weer vertrekken. Het feest was ter ere van nichtje Rose, die haar afstuderen vierde met familie en het hele dorp. Ik kan me nu goed voorstellen hoe de koningin zich moet voelen: je doet niets, maar iedereen juicht en klapt en prijst je de hemel in. En dat alleen maar omdat je mzungu bent. Rev.Jackson werd geacht te speechen en ook ik moest me uitgebreid introduceren voor de menigte. Het is gebruikelijk in dit soort gelegenheden om jezelf te presenteren en het is dan helemaal fijn als je je familie erbij haalt, want dat is een groot goed (alhoewel het hebben van twee zoons hier wel een beetje zuinig overkomt).
Het met elkaar eten is een belangrijke vorm van communicatie en we kwamen daar dan ook echt niet onderuit. Het is ongelooflijk hoeveel eten er is klaargemaakt op een dergelijk feest, zeker in een arme streek als deze.

Het vertrek van het feest staat nog op mijn netvlies geschreven. De familie huist in een zeer klein hutje waar veel weeskinderen, veelal familie, onderdak krijgen. Maar er waren twee jongeren, ik schat ongeveer 16 jaar, die de familie echt niet meer kon huisvesten. Ze werden ons letterlijk aangeboden: neem ze mee, wij kunnen het niet meer aan. Ze moeten naar school, maar wij hebben geen geld. Met een hoopvolle blik keken de jongeren ons aan. Jackson kon niets meer dan hun namen opschrijven en beloven een tehuis voor hen te zoeken.

En zo ging het de volgende dagen door.... Wat een armoe, wat een kinderen. Het is teveel. Hopeloos? Uitzichtloos?

In het dorp waar het ouderlijk huis van Jackson is, werden we meteen onthaald door een familielid. Of Robert, onze chauffeur en zoon van Jackson, even met een 11-jarige nichtje naar een Healthcentre kon rijden. Ze was flink ziek, had een dokter en medicijnen nodig en de familie uit de grote stad Kampala kon dat vast wel regelen. Ook achter het huis wonen twee weeskinderen, die familie zijn. Het meisje heeft zelf ook al een kind. Hun ouders zijn vrij recent overleden aan AIDS.

In de volgende dagen werd ik door Jackson rondgeleid in en rondom het dorp en er werden vele handen geschud. En ’s avonds kwamen er geregeld familieleden langs om hun ellende aan de Rev. te vertellen. En om de mzungu te zien. Volgens de Rev. geeft alleen al je aanwezigheid en je aandacht hen hoop. Maar hoop op wat? Eten is er voldoende, je gaat niet dood van de honger.
Het nieuwe project, het Vocational Training Centre, zal hen hopelijk iets bieden: eigenwaarde, zelfstandigheid, HIV/AIDSpreventie en familyplanning!

woensdag 24 november 2010

Sprinkhanentijd

Het seizoen van de sprinkhanen is aangebroken. Het geldt hier als een echte lekkernij en de geroosterde beestjes worden overal aangeboden op straat. Mijn huisgenoot Tyas nam er een paar voor me mee. Je bent niet in Afrika geweest als je die beesten niet gegeten hebt, was zijn opmerking. De exemplaren van hem heb ik niet weg kunnen krijgen, ik had net een warme maaltijd op. Ik heb ze wel in close-up vereeuwigd op de foto.


Maar in Kibale kreeg ik een nieuwe kans. In een dorp waar ik vele bezoekjes bij familieleden van mijn gastheer aflegde, was men de zojuist gevangen sprinkhanen aan het 'pellen'. Dat wil zeggen dat van de levende beesten de vleugels en de poten worden afgetrokken.


En daarna, nog stuiptrekkend, in de hete bakpan. We kregen een zakje mee en 's avonds gaf ik me er ook aan over...Lekker?? Nou, nee, niet echt voor mij. Maar nu ben ik dan toch echt geland in Afrika!

Power off

Niet alles gaat op dit moment naar wens. In de verschillende projecten loopt het prima. Er zijn veel ballen in de lucht, die ik daar moet zien te houden. Maar daar anderzijds langzamerhand een eind aan moet breien. Oftewel het stokje zien over te dragen.
Wat minder positief verloopt, is dat we vanaf maandagmorgen in het guesthouse zonder stroom zitten. Echt ellendig als je na een verblijf van ongeveer twee maanden in Uganda, afhankelijk (oftewel verwend!) bent geworden in een woonomgeving met elektriciteit in internetverbinding. Mijn laptop is een onmisbaar gereedschap en ik kom op veel plaatsen waar geen stroom is. Het is dus zaak om opgeladen op pad te gaan. Ergens een kop koffie drinken en intussen je zaak opladen wordt meestal niet toegestaan en bovendien moet je er dan uren naast gaan zitten. Bovendien heb ik te kampen met een pijnlijke linkerhand (nee, geen RSI!). Het lijkt alsof er een zenuw klem zit want het doet me veel pijn. Als het niet snel over is, zal ik een (westerse) dokter bezoeken in Kampala. Ik kan maar 1 hand gebruiken en typen is daarom lastig. Ik heb nog veel achterstallig blogonderhoud, zoals de reis naar Kibale. Maar op dit moment lukt het even niet om de verhalen op te schrijven. Als ik voldoende stroom heb, zal ik wat foto’s uploaden. Ik hoop tot snel dus!

woensdag 17 november 2010

Het internetcafe

Op de meisjesschool Maria Goretti is een goede computerleraar, die les geeft in programma’s zoals Word, Powerpoint en Excel. De lessen zijn bedoeld voor acht meiden tussen de 18 en 20 jaar, die een opleiding volgen voor secretarieel werk. De meiden hebben een nare jeugd achter de rug en hebben nauwelijks financiele support. Om hen enige toekomst te bieden, worden ze gedurende twee jaar opgenomen op deze Katholieke School die gemanaged wordt door De Sister (zie vorige blogs).
Ze verblijven intern (in indrukwekkende, nauwe slaapzalen). In die twee jaar wordt hen een vak naar keuze aangeleerd, zoals kapster, horeca, onderwijs, naaien en administratief werk.
Voor de meiden van de richting administratief werk heb ik o.a. lessen gevuld over internet, e-mail en social networks (met name Facebook is zeer populair hier). De meiden zijn volgend jaar juni klaar met de opleiding en gaan dan weer naar hun familie, in de hoop snel een baan te vinden.

Als afsluiting van deze lessen wilde ik de meiden meenemen naar een internetcafe in Mukono. Het doel van het bezoek was: hen over de drempel te helpen van een internetcafe, een account op e-mail aanmaken, die ze voor komende sollicitaties kunnen gebruiken en hen op Facebook helpen. Het hebben van een Facebook-account geldt, zeker voor dit soort jongeren, als een statussymbool. Het is even belangrijk als het hebben van een mobiele telefoon.
Ik neem iedere keer mijn modem en laptop mee, maar omdat de school in een dal ligt, komt er nauwelijks tot geen internetverbinding tot stand. Om het internet in de praktijk te laten zien, was ook het internetcafe een goede mogelijkheid. Mijn idee om daarheen te gaan, werd met enthousiasme ontvangen door zowel de meiden als de leerkracht, maar ook De Sister moest toestemming geven. Omdat ik de kosten op me nam, kon ze niet weigeren.

We vertrokken al vroeg in de morgen, in de stromende regen. Op slippers of open schoen, zonder jas en alleen een schooluniform aan, liepen we over een glibberige, modderweg naar de hoofdweg waar we een matatu (taxibusje) zouden oppakken. De meiden komen gedurende de twee jaar dat ze op de school verblijven, niet van het terrein af (alleen lopend naar een kerk in de buurt). De opwinding van dit uitstapje was dan ook groot.

Geoffrey, de computerleraar, bleef in opperbeste stemming, alhoewel zijn witte overhemd doorweekt was en zijn zwarte, glimmende puntschoenen onder de modder zaten. Matatu’s rijden af en aan over hoofdwegen, en zijn altijd overvol. Maar er kan altijd nog iemand bij....en als het moet zelfs wel een club van negen, zoals de onze. Ik zal nog eens een heel blog wijden aan hoe het er in een matatu aan toegaat...... We hoefden het voor deze rit slechts 15 minuten vol te houden.
Er zijn heel veel internetcafeetjes te vinden in Mukono, maar Geoffrey koos het cafe waar een van zijn vroegere studenten een baan had gevonden. Toen we er aankwamen, bleek helaas the power off..... Zodoende moesten we weer in de regen, op zoek naar een volgende cafe, dat over een generator beschikte. Die vonden we gelukkig snel en het bleek een moderne, pas geopend internetcafe te zijn.

We huurden vier pc’s af voor een uur.

Met een goede (theoretische) voorbereiding, inclusief gebruikersnamen, passwords en foto’s om te uploaden, bleek een uur niet voldoende om iedereen met profielfoto op Facebook te krijgen en zelf haar eerste e-mail te laten verzenden. Nog weer tijd bij gekocht en uiteindelijk kwam het bij de meeste rond. Eigenlijk heel on-Afrikaans: tijd is geld.

Na het bezoek aan het internetcafe nog even rondgedoold in het stadse Mukono. En vandaar met zijn allen op de boda boda terug. Het was een foto waard, vijf boda’s achter elkaar aan, met op elk twee meiden, zijwaarts zittend vanwege driekwart rode schoolrok. En een mzungu, die het toch safer vind om met een been aan iedere kant te zitten (ik noemde dat vroeger op de buikschuiver tussenbeentjes zitten).

De komende dagen ben ik weer op pad: ik ben via een leraar uitgenodigd om een project te bezoeken waar onder andere weeskinderen worden opgevangen. Het is een lange reis en ik ben dan ook een aantal dagen onderweg. Nieuws hierover in een volgend blog over een paar dagen!

Alcoholproblematiek

Ik werk al lange tijd in de verslavingszorg. Alhoewel ik me in Afrika niet focus op overmatige alcoholconsumptie, prikkelt het toch mijn aandacht. Voordat ik naar Uganda vertrok, hoorde ik dat de alcoholproblematiek zeer groot is in Uganda. In een van mijn voorgaande blogs schreef ik dat ik desondanks in bijvoorbeeld het uitgaansleven geen overmatige consumptie tegenkom. Een flesje bier kost in een club 2000 UGS, dat komt neer op ongeveer 0,65 eurocent. Dat is voor de modale Ugandees een hap geld. Verder zie ik nauwelijks dronkaards over straat zwalken of ergens op een bankje liggen (zie dit als westerse term, bankjes zoals wij ze kennen tref je hier niet aan). Gaande de dag ruiken Ugandezen niet fris (denk bijvoorbeeld aan een matatu waar je met meer dan 20 mensen opgepropt zit), maar alcohol ruik ik niet.
Ik begreep van een aantal Ugandezen dat alcohol met name op het platteland een groot probleem is. Er wordt eigengestookte rommel geconsumeerd, met een zeer hoog alcoholpercentage. Een typisch verschijnsel in ontwikkelingslanden.

Wim van Dalen, een oude bekende van mij en directeur van STAP, was een aantal dagen in Kampala. We hadden telefonisch contact, want even naar Kampala op en neer om een terrasje pakken, zat er helaas niet in. Wim kwam voor een conferentie van de zogenaamde Kettil Bruun Society. Dit is een international gezelschap van alcoholonderzoekers. Het is de eerste keer dat hun jaarlijkse congres in Afrika plaatsvindt. De aanleiding is de toenemende problematiek hier.

STAP heeft eind vorig jaar, in opdracht van de WHO, een onderzoek naar de marketing inspanningen van de alcoholindustrie in vier Afrikaanse landen uitgevoerd (in Ghana, Gambia, Nigeria en Uganda). Dat onderzoek is samen met nationale NGO's uitgevoerd. De resultaten heeft Wim op het congres gepresenteerd. De essentie is dat de grote alcoholproducenten, waaronder ook Heineken) op een zeer doortastende en zeer omvangrijke wijze reclame bedrijven onder o.a. het motto: Drink responsibly, Live responsibly. Ook in landen waar een groot deel van de arme bevolking tot dusver helemaal niet drinkt, probeert de industrie hen aan de alcohol te krijgen. STAP heeft het onderzoek op een wetenschappelijke wijze uitgevoerd om een zo groot mogelijke betrouwbaarheid te kunnen garanderen. De persoonlijke conclusie van Wim is dat het schokkend is om de wijze te zien waarop de industrie hier te werk gaat. De alcoholindustrie heeft een aantal landen zover gekregen dat ze zelf het alcoholbeleid van de overheid hebben geschreven, met natuurlijk voor hen als belangrijke bepaling dat de reclameregels door de industrie worden bepaald.

maandag 15 november 2010

Een eigen lesmap

Voortgang computerles aan de gehandicapten in Nkokonjeru.

Het clubje gehandicapten aan wie ik les geef, is inmiddels uitgebreid tot vier personen. Alex is vanaf zijn geboorte verlamd aan beide benen. Door jarenlange oefening en doorzettingsvermogen kan hij zich nu redelijk voortbewegen met twee (houten) krukken. Als dagbesteding leert hij het schoenmakersvak, evenals Simon. Opvangtehuizen zijn doorgaans op deze manier opgezet: men verblijft ongeveer twee jaar in de instelling en is bereid om een vak te leren. Na een bepaalde periode legt men een examen af en hiervoor ontvangen de bewoners een certificaat. Met een nieuwe skill hoopt men de kans op een baan te vergroten. Sommigen verblijven echter veel langer in de instelling omdat de kans op een baan nihil is, zoals voor Simon die geen benen heeft.
Alex heeft onlangs zijn examen gedaan en is aangestoken door het enthousiasme van zijn collega-schoenmaker Simon, om computerlessen te volgen.

Alex blijkt een zeer snelle en slimme computerleerling. Dat is prettig want zodoende hoef ik niet weer alle eerste beginselen uit te leggen en loopt hij meteen mee in het programma van de anderen.
Het is wel zaak geduld te hebben voor het oefenen met het muizen en het klikken op de juiste iconen. Maar ik zie zeker vorderingen. Zo zien ze de computer niet meer alleen als een magisch oog, waar je slim (en blank!) voor moet zijn. Ze beseffen dat het gereedschap is waar mee kunt werken. In het programma Word kunnen ze al een brief maken met o.a. opsommingstekens, vet en cursief etc.
Verder snappen ze het systeem van het openen van verschillende windows, zoals programma’s, documenten, foto’s. Maar voor het verkrijgen van enige vaardigheid moeten ze nog veel oefenen.
Helaas is er overdag geen elektriciteit en kan ik nog steeds de enige computer (die ergens in een lokaaltje staat) niet testen op wat en of die het doet. Het ding ziet er zeer stoffig en vergeeld uit en het toetsenbord durf ik eigenlijk niet eens aan te raken van de viezigheid.

Zoals ik al eerder schreef, ben ik met collega-vrijwilliger Lenke een plannetje aan het smeden om het computeronderwijs bij de gehandicapten structureler op te zetten. En er voor zorgen dat er de juiste voorzieningen komen. Ik hoop hiervoor een dezer dagen de hoofdSister te kunnen spreken. Alex zal een rol kunnen spelen in het overdragen van computerkennis.

Ze waren heel erg blij met de lesmappen die mijn VNNcollega’s zo mooi in elkaar hebben gezet. Je zult maar zomaar een eigen lesboek krijgen....! Ik zag later dat twee handarbeidleraren er driftig in stonden te bladeren op de gang.

zondag 14 november 2010

Trip naar Masaka en Lake Mburo

Het is er al meer dan tien dagen niet van gekomen om te bloggen. De reden is dat ik zoveel met Marleen heb ondernomen, dat er weinig tijd en energie overbleef om mijn materiaal te verwerken.
Er is weer van alles te vertellen en ik heb veel foto’s gemaakt. Ik zal het de komende dagen per onderwerp beschrijven.

Bij Grassrootz, een van de initiatieven van ICUganda (de organisatie die mij bemiddelt in het vrijwilligerswerk) heb ik de wildlifetrip geboekt. Samen met zes andere Nederlandse vrijwilligers, die hier in de banda’s van het guesthouse Besaniya verblijven, en Marleen, gingen we op pad in een busje met een Ugandese chauffeur.
Aan kilometers rijden is het niet erg ver, maar omdat de wegen zeer slecht zijn en er om een stad als Kampala zeer hardnekkige files zijn, duurt de reis lang.

Jjaja Bbanga school
Op de eerste dag van de trip bezoeken we een school, 50 km. zuidelijk van Masaka. De school is dit jaar geopend en opgericht door Sarah, de Ugandese vrouw van Sander die het guesthouse ICU in Kampala runt. De school ligt in de regio waar Sarah zelf is opgegroeid. Ze heeft 12 jaar in Nederland gewoond. Daar heeft ze aan den lijve ervaren dat planning, tijdsbesef en kennis leidt tot een effectieve ontwikkeling. Die principes, die mentaliteit wil ze via de school overdragen aan kinderen. Haar uitgangspunt is dat kinderen de toekomst zijn, nog zijn te vormen en nog niet vastzitten in tradities. Education gives hope is de slogan van de school. Ze krijgt veel support voor haar ideeën. Onlangs is er nog een ploeg Nederlandse ingenieurs geweest, die op vrijwillige basis in een week tijd een complete biogas-installatie hebben gebouwd. Ook voor het bouwen van het schoolgebouw, inclusief solar-installatie, heeft ze veel hulp gekregen. Maar er is ook tegenslag. Zo heeft ze vanaf het begin samengewerkt met een Ugandese onderwijzeres, die ze volledig vertrouwde op haar kennis en in het nemen van de leiding. Maar onlangs bleek dat deze vrouw de afspraken niet nakwam en veel geld heeft ontvreemd. Ontslag kon niet uitblijven en zodoende was er van de een op de andere dag geen leiding meer op de school. Met alle gevolgen van dien.

We werden hartelijk ontvangen op de school door zowel de leraren als leerlingen. Allerlei formaliteiten werden afgewerkt: lining-up van de kinderen, ons voorstellen aan de hele groep, liedjes zingen en als slot dansen met de kinderen op Afrikaanse muziek. Ik heb een klein filmpje gemaakt.

De overnachting was gepland in het huis van de opa van Sarah. Ze heeft hier zelf vroeger vaak gelogeerd en heeft het nu omgebouwd tot een guesthouse. Er is geen elektriciteit, gas of stromend water. Er is wel een mogelijkheid gecreëerd om een douche te nemen: een zak water, met slang en sproeikop, opgewarmd door de zon. Je hangt dit aan een balkje en je hebt een leuke verfrissing in de openlucht, onder de bananenbomen.
Op houtvuur werd er een traditionele Ugandese maaltijd voor ons gekookt. Bij het licht van de maan,verhalen van vroeger, verteld door de plaatselijke onderwijzer en door Sarah, hadden we een heerlijke avond buiten.

Lake Mburo
Lake Mburo is een Nationaal Park, ongeveer 220 km zuidwest van de hoofdstad Kampala. Het park is niet groot, 370 km maar biedt een grote variëteit aan wildlife. Het is het enige park in Uganda waar impala’s, elandantilopes en zebra’s leven. Met het busje met open dak reden we door het park, de zogenaamde game-drive (een rit in een auto om dieren te bekijken in hun eigen omgeving). Verder maakten we een vroege ochtendwandeling met een ranger die bewapend was en ons naar de juiste plekken bracht om het wild te zien. Hij was zelf zeer verrast een kudde zogenaamde elandantilopes aan te treffen. Deze dieren zijn nogal schuw en laten zich zelden van vrij nabij bekijken. We zagen veel moois aan vogels, zoals de kroonkraanvogel, die het nationale symbool van Uganda vormt. Verder impala’s, bavianen, zwijnen, waterbokken etc. Zie verder mijn foto’s.

Tijdens een boottocht op het meer troffen we vele nijlpaarden en o.a. de Afrikaanse visarend. Indrukwekkend was het. Toch een geheel andere beleving als in een dierentuin.
We overnachtten in grote tenten, midden in een park. De tenten stonden op houten vlonders met heuse bedden en klamboes. Eenmaal in bed verraadden alleen de geluiden dat we in de wildernis zaten.