vrijdag 26 november 2010

Brood en bananen

Tijdens een vroege ochtendwandeling in Kikangahara zag ik haar staan. Tussen de groene bananenbomen, op een helling. Ik stond veraf, maar blijkbaar had ze me toch gezien en kwam naar me toe. Ik vroeg haar of ik een foto mocht maken. Ze wuifde afwerend. Voor een foto zag ze er niet mooi genoeg uit, althans dat begreep ik uit haar gebaren. Doorgaans kleden vrouwen zich hier zeer aantrekkelijk, verzorgd en vrouwelijk. En ik moest toegeven dat haar jurk vuil en versleten was. Ze vroeg me waar ik verbleef en vertelde daarna dat ze een zus was van de Rev. Ik verbaasde me daarover omdat ik meende dat ik alle familieleden in de verre omtrek de hand had geschud. Ik begreep later dat je elkaar ook broer en zus kan noemen als je van dezelfde stam bent.

Later tikte ze aan de deur van het huis. Hoestend en steunend nam ze plaats aan de ontbijttafel. De Rev. schoof haar een broodje en bananen toe en ging op zoek naar medicijnen (Amoxyl, een breedspectrumantibioticum) waar de Rev. blijkbaar een voorraadje van in huis heeft.
Haar veel te wijde jurk die over haar broodmagere lichaam hing, schoof langzaam van haar schouders. Ze merkte haar ontblote bovenlichaam zelf niet op. Had alle aandacht bij het eten dat haar toegeschoven was.

In een rafelige, vieze doek, die bij ons niet eens als poetsdoek zou dienen, snoot ze haar neus. Ik gaf haar mijn pakje papieren zakdoekjes die er in deze omgeving opmerkelijk vrolijk en stralend wit uitzag.
En zo zat ik daar, met een moeder van 8 kinderen, haar man is vorig jaar overleden. Ze is daarom genoodzaakt om zelf de kost te verdienen met haar koeien. En als ik haar ziektegeschiedenis hoor, zal haar leven ook niet lang meer kunnen duren. Het woord AIDS wordt angstvallig vermeden.

donderdag 25 november 2010

Kibaale

Mijn hand is weer opgeknapt, ik typ weer met twee handen en we zijn weer aangesloten op het elektriciteitsnet. Weer hoog tijd voor een blog!

Het project van CVU
Het einddoel van mijn reis vorige week was Kikangahara, in het Kibaale District, ongeveer 200 kilometer van Kampala.
Het gebied worstelt met de gevolgen van HIV/AIDS en kent het hoogste aantal weeskinderen. Er is grote armoede, werkloosheid, laag opleidingsniveau, en een groeiend aantal kinderen die de leiding over een gezin moeten nemen.

De Stichting Christian Vision Uganda (CVU) is in dit gebied bezig een zogenaamd Vocational Skills Training Centre op te zetten. Projectleider Jackson Kasozi is in het Kibaale District opgegroeid en er wonen nog veel familieleden van hem. Als oudste zoon, heeft hij land en het huis van zijn ouders in Kikangahare geerfd. Hij heeft zelf 10 jaar in de UK gewoond en kwam in 2008 terug om iets voor zijn land te betekenen. Hij woont nu in Kampala, de hoofdstad.

De locatie die gekozen is voor het project, is buiten het dorp, in een vallei, tussen een lagere en middelbare school. Er staat daar ook een kerk. Dit maakt dat het een ontmoetingspunt is voor jong en oud en bewust gekozen om saamhorigheid en de zelfredzaamheid te versterken.
Veel kinderen zijn niet in staat om de educatieve programma’s op school af te maken (dropouts). Ze moeten hun familie helpen om het voedsel te verbouwen, of om voor de kleinere kinderen te zorgen.

In het Trainingscentre zullen weeskinderen en dropouts dagopvang en een gerichte opleiding worden aangeboden, zoals bijvoorbeeld in de landbouw. Hen wordt geleerd om hun eigen voedsel te verbouwen zoals bonen, maïs, groenten, cassave en fruit. Verder is er gelegenheid om een vak te leren zoals automonteur, elektricien, metselaar, IT, naaien. De eindproducten zullen op de markt worden gebracht.
Het Vocational Centre, dat nog volop in aanbouw is, zal ook een plek bieden aan groepen en organisaties die een ruimte nodig hebben voor vergaderingen en seminars. Naast fondsen, zal het centrum zichzelf ook deels moeten bedruipen. Centrale en lokale autoriteiten, de lokale gemeenschap en vrijwillige organisaties spelen allemaal een rol in het creëren van een samenleving waaraan iedereen kan bijdragen en kan profiteren.
Intussen heeft de lokale gemeenschap al meer dan 2.000 dennenbomen geplant om het milieu te beschermen en wordt er een preventieprogramma geboden ter bewustwording van HIV/AIDS. De lokale overheid heeft leidingwater en elektriciteit aangelegd.

Mijn reis naar Kibaale
De reis ging over stoffige wegen, met de bekende gaten en kuilen en nodige wegopbrekingen. Er zijn weinig auto's die nog over enige vorm van vering bezitten en zoals inmiddels gewend, kon ik vele uren genieten van de zogenaamde African massage.
In totaal zou het ongeveer 5 uur rijden zijn, maar door alle boodschapjes en familiebezoekjes waren we een leuke dag onderweg. Zo kwamen we halverwege de reis terecht in een familiefeest. Jackson wilde alleen iets afgeven bij zijn zus, maar we werden met veel kabaal het hoofdpodium opgeleid en konden niet zomaar weer vertrekken. Het feest was ter ere van nichtje Rose, die haar afstuderen vierde met familie en het hele dorp. Ik kan me nu goed voorstellen hoe de koningin zich moet voelen: je doet niets, maar iedereen juicht en klapt en prijst je de hemel in. En dat alleen maar omdat je mzungu bent. Rev.Jackson werd geacht te speechen en ook ik moest me uitgebreid introduceren voor de menigte. Het is gebruikelijk in dit soort gelegenheden om jezelf te presenteren en het is dan helemaal fijn als je je familie erbij haalt, want dat is een groot goed (alhoewel het hebben van twee zoons hier wel een beetje zuinig overkomt).
Het met elkaar eten is een belangrijke vorm van communicatie en we kwamen daar dan ook echt niet onderuit. Het is ongelooflijk hoeveel eten er is klaargemaakt op een dergelijk feest, zeker in een arme streek als deze.

Het vertrek van het feest staat nog op mijn netvlies geschreven. De familie huist in een zeer klein hutje waar veel weeskinderen, veelal familie, onderdak krijgen. Maar er waren twee jongeren, ik schat ongeveer 16 jaar, die de familie echt niet meer kon huisvesten. Ze werden ons letterlijk aangeboden: neem ze mee, wij kunnen het niet meer aan. Ze moeten naar school, maar wij hebben geen geld. Met een hoopvolle blik keken de jongeren ons aan. Jackson kon niets meer dan hun namen opschrijven en beloven een tehuis voor hen te zoeken.

En zo ging het de volgende dagen door.... Wat een armoe, wat een kinderen. Het is teveel. Hopeloos? Uitzichtloos?

In het dorp waar het ouderlijk huis van Jackson is, werden we meteen onthaald door een familielid. Of Robert, onze chauffeur en zoon van Jackson, even met een 11-jarige nichtje naar een Healthcentre kon rijden. Ze was flink ziek, had een dokter en medicijnen nodig en de familie uit de grote stad Kampala kon dat vast wel regelen. Ook achter het huis wonen twee weeskinderen, die familie zijn. Het meisje heeft zelf ook al een kind. Hun ouders zijn vrij recent overleden aan AIDS.

In de volgende dagen werd ik door Jackson rondgeleid in en rondom het dorp en er werden vele handen geschud. En ’s avonds kwamen er geregeld familieleden langs om hun ellende aan de Rev. te vertellen. En om de mzungu te zien. Volgens de Rev. geeft alleen al je aanwezigheid en je aandacht hen hoop. Maar hoop op wat? Eten is er voldoende, je gaat niet dood van de honger.
Het nieuwe project, het Vocational Training Centre, zal hen hopelijk iets bieden: eigenwaarde, zelfstandigheid, HIV/AIDSpreventie en familyplanning!

woensdag 24 november 2010

Sprinkhanentijd

Het seizoen van de sprinkhanen is aangebroken. Het geldt hier als een echte lekkernij en de geroosterde beestjes worden overal aangeboden op straat. Mijn huisgenoot Tyas nam er een paar voor me mee. Je bent niet in Afrika geweest als je die beesten niet gegeten hebt, was zijn opmerking. De exemplaren van hem heb ik niet weg kunnen krijgen, ik had net een warme maaltijd op. Ik heb ze wel in close-up vereeuwigd op de foto.


Maar in Kibale kreeg ik een nieuwe kans. In een dorp waar ik vele bezoekjes bij familieleden van mijn gastheer aflegde, was men de zojuist gevangen sprinkhanen aan het 'pellen'. Dat wil zeggen dat van de levende beesten de vleugels en de poten worden afgetrokken.


En daarna, nog stuiptrekkend, in de hete bakpan. We kregen een zakje mee en 's avonds gaf ik me er ook aan over...Lekker?? Nou, nee, niet echt voor mij. Maar nu ben ik dan toch echt geland in Afrika!

Power off

Niet alles gaat op dit moment naar wens. In de verschillende projecten loopt het prima. Er zijn veel ballen in de lucht, die ik daar moet zien te houden. Maar daar anderzijds langzamerhand een eind aan moet breien. Oftewel het stokje zien over te dragen.
Wat minder positief verloopt, is dat we vanaf maandagmorgen in het guesthouse zonder stroom zitten. Echt ellendig als je na een verblijf van ongeveer twee maanden in Uganda, afhankelijk (oftewel verwend!) bent geworden in een woonomgeving met elektriciteit in internetverbinding. Mijn laptop is een onmisbaar gereedschap en ik kom op veel plaatsen waar geen stroom is. Het is dus zaak om opgeladen op pad te gaan. Ergens een kop koffie drinken en intussen je zaak opladen wordt meestal niet toegestaan en bovendien moet je er dan uren naast gaan zitten. Bovendien heb ik te kampen met een pijnlijke linkerhand (nee, geen RSI!). Het lijkt alsof er een zenuw klem zit want het doet me veel pijn. Als het niet snel over is, zal ik een (westerse) dokter bezoeken in Kampala. Ik kan maar 1 hand gebruiken en typen is daarom lastig. Ik heb nog veel achterstallig blogonderhoud, zoals de reis naar Kibale. Maar op dit moment lukt het even niet om de verhalen op te schrijven. Als ik voldoende stroom heb, zal ik wat foto’s uploaden. Ik hoop tot snel dus!

woensdag 17 november 2010

Het internetcafe

Op de meisjesschool Maria Goretti is een goede computerleraar, die les geeft in programma’s zoals Word, Powerpoint en Excel. De lessen zijn bedoeld voor acht meiden tussen de 18 en 20 jaar, die een opleiding volgen voor secretarieel werk. De meiden hebben een nare jeugd achter de rug en hebben nauwelijks financiele support. Om hen enige toekomst te bieden, worden ze gedurende twee jaar opgenomen op deze Katholieke School die gemanaged wordt door De Sister (zie vorige blogs).
Ze verblijven intern (in indrukwekkende, nauwe slaapzalen). In die twee jaar wordt hen een vak naar keuze aangeleerd, zoals kapster, horeca, onderwijs, naaien en administratief werk.
Voor de meiden van de richting administratief werk heb ik o.a. lessen gevuld over internet, e-mail en social networks (met name Facebook is zeer populair hier). De meiden zijn volgend jaar juni klaar met de opleiding en gaan dan weer naar hun familie, in de hoop snel een baan te vinden.

Als afsluiting van deze lessen wilde ik de meiden meenemen naar een internetcafe in Mukono. Het doel van het bezoek was: hen over de drempel te helpen van een internetcafe, een account op e-mail aanmaken, die ze voor komende sollicitaties kunnen gebruiken en hen op Facebook helpen. Het hebben van een Facebook-account geldt, zeker voor dit soort jongeren, als een statussymbool. Het is even belangrijk als het hebben van een mobiele telefoon.
Ik neem iedere keer mijn modem en laptop mee, maar omdat de school in een dal ligt, komt er nauwelijks tot geen internetverbinding tot stand. Om het internet in de praktijk te laten zien, was ook het internetcafe een goede mogelijkheid. Mijn idee om daarheen te gaan, werd met enthousiasme ontvangen door zowel de meiden als de leerkracht, maar ook De Sister moest toestemming geven. Omdat ik de kosten op me nam, kon ze niet weigeren.

We vertrokken al vroeg in de morgen, in de stromende regen. Op slippers of open schoen, zonder jas en alleen een schooluniform aan, liepen we over een glibberige, modderweg naar de hoofdweg waar we een matatu (taxibusje) zouden oppakken. De meiden komen gedurende de twee jaar dat ze op de school verblijven, niet van het terrein af (alleen lopend naar een kerk in de buurt). De opwinding van dit uitstapje was dan ook groot.

Geoffrey, de computerleraar, bleef in opperbeste stemming, alhoewel zijn witte overhemd doorweekt was en zijn zwarte, glimmende puntschoenen onder de modder zaten. Matatu’s rijden af en aan over hoofdwegen, en zijn altijd overvol. Maar er kan altijd nog iemand bij....en als het moet zelfs wel een club van negen, zoals de onze. Ik zal nog eens een heel blog wijden aan hoe het er in een matatu aan toegaat...... We hoefden het voor deze rit slechts 15 minuten vol te houden.
Er zijn heel veel internetcafeetjes te vinden in Mukono, maar Geoffrey koos het cafe waar een van zijn vroegere studenten een baan had gevonden. Toen we er aankwamen, bleek helaas the power off..... Zodoende moesten we weer in de regen, op zoek naar een volgende cafe, dat over een generator beschikte. Die vonden we gelukkig snel en het bleek een moderne, pas geopend internetcafe te zijn.

We huurden vier pc’s af voor een uur.

Met een goede (theoretische) voorbereiding, inclusief gebruikersnamen, passwords en foto’s om te uploaden, bleek een uur niet voldoende om iedereen met profielfoto op Facebook te krijgen en zelf haar eerste e-mail te laten verzenden. Nog weer tijd bij gekocht en uiteindelijk kwam het bij de meeste rond. Eigenlijk heel on-Afrikaans: tijd is geld.

Na het bezoek aan het internetcafe nog even rondgedoold in het stadse Mukono. En vandaar met zijn allen op de boda boda terug. Het was een foto waard, vijf boda’s achter elkaar aan, met op elk twee meiden, zijwaarts zittend vanwege driekwart rode schoolrok. En een mzungu, die het toch safer vind om met een been aan iedere kant te zitten (ik noemde dat vroeger op de buikschuiver tussenbeentjes zitten).

De komende dagen ben ik weer op pad: ik ben via een leraar uitgenodigd om een project te bezoeken waar onder andere weeskinderen worden opgevangen. Het is een lange reis en ik ben dan ook een aantal dagen onderweg. Nieuws hierover in een volgend blog over een paar dagen!

Alcoholproblematiek

Ik werk al lange tijd in de verslavingszorg. Alhoewel ik me in Afrika niet focus op overmatige alcoholconsumptie, prikkelt het toch mijn aandacht. Voordat ik naar Uganda vertrok, hoorde ik dat de alcoholproblematiek zeer groot is in Uganda. In een van mijn voorgaande blogs schreef ik dat ik desondanks in bijvoorbeeld het uitgaansleven geen overmatige consumptie tegenkom. Een flesje bier kost in een club 2000 UGS, dat komt neer op ongeveer 0,65 eurocent. Dat is voor de modale Ugandees een hap geld. Verder zie ik nauwelijks dronkaards over straat zwalken of ergens op een bankje liggen (zie dit als westerse term, bankjes zoals wij ze kennen tref je hier niet aan). Gaande de dag ruiken Ugandezen niet fris (denk bijvoorbeeld aan een matatu waar je met meer dan 20 mensen opgepropt zit), maar alcohol ruik ik niet.
Ik begreep van een aantal Ugandezen dat alcohol met name op het platteland een groot probleem is. Er wordt eigengestookte rommel geconsumeerd, met een zeer hoog alcoholpercentage. Een typisch verschijnsel in ontwikkelingslanden.

Wim van Dalen, een oude bekende van mij en directeur van STAP, was een aantal dagen in Kampala. We hadden telefonisch contact, want even naar Kampala op en neer om een terrasje pakken, zat er helaas niet in. Wim kwam voor een conferentie van de zogenaamde Kettil Bruun Society. Dit is een international gezelschap van alcoholonderzoekers. Het is de eerste keer dat hun jaarlijkse congres in Afrika plaatsvindt. De aanleiding is de toenemende problematiek hier.

STAP heeft eind vorig jaar, in opdracht van de WHO, een onderzoek naar de marketing inspanningen van de alcoholindustrie in vier Afrikaanse landen uitgevoerd (in Ghana, Gambia, Nigeria en Uganda). Dat onderzoek is samen met nationale NGO's uitgevoerd. De resultaten heeft Wim op het congres gepresenteerd. De essentie is dat de grote alcoholproducenten, waaronder ook Heineken) op een zeer doortastende en zeer omvangrijke wijze reclame bedrijven onder o.a. het motto: Drink responsibly, Live responsibly. Ook in landen waar een groot deel van de arme bevolking tot dusver helemaal niet drinkt, probeert de industrie hen aan de alcohol te krijgen. STAP heeft het onderzoek op een wetenschappelijke wijze uitgevoerd om een zo groot mogelijke betrouwbaarheid te kunnen garanderen. De persoonlijke conclusie van Wim is dat het schokkend is om de wijze te zien waarop de industrie hier te werk gaat. De alcoholindustrie heeft een aantal landen zover gekregen dat ze zelf het alcoholbeleid van de overheid hebben geschreven, met natuurlijk voor hen als belangrijke bepaling dat de reclameregels door de industrie worden bepaald.

maandag 15 november 2010

Een eigen lesmap

Voortgang computerles aan de gehandicapten in Nkokonjeru.

Het clubje gehandicapten aan wie ik les geef, is inmiddels uitgebreid tot vier personen. Alex is vanaf zijn geboorte verlamd aan beide benen. Door jarenlange oefening en doorzettingsvermogen kan hij zich nu redelijk voortbewegen met twee (houten) krukken. Als dagbesteding leert hij het schoenmakersvak, evenals Simon. Opvangtehuizen zijn doorgaans op deze manier opgezet: men verblijft ongeveer twee jaar in de instelling en is bereid om een vak te leren. Na een bepaalde periode legt men een examen af en hiervoor ontvangen de bewoners een certificaat. Met een nieuwe skill hoopt men de kans op een baan te vergroten. Sommigen verblijven echter veel langer in de instelling omdat de kans op een baan nihil is, zoals voor Simon die geen benen heeft.
Alex heeft onlangs zijn examen gedaan en is aangestoken door het enthousiasme van zijn collega-schoenmaker Simon, om computerlessen te volgen.

Alex blijkt een zeer snelle en slimme computerleerling. Dat is prettig want zodoende hoef ik niet weer alle eerste beginselen uit te leggen en loopt hij meteen mee in het programma van de anderen.
Het is wel zaak geduld te hebben voor het oefenen met het muizen en het klikken op de juiste iconen. Maar ik zie zeker vorderingen. Zo zien ze de computer niet meer alleen als een magisch oog, waar je slim (en blank!) voor moet zijn. Ze beseffen dat het gereedschap is waar mee kunt werken. In het programma Word kunnen ze al een brief maken met o.a. opsommingstekens, vet en cursief etc.
Verder snappen ze het systeem van het openen van verschillende windows, zoals programma’s, documenten, foto’s. Maar voor het verkrijgen van enige vaardigheid moeten ze nog veel oefenen.
Helaas is er overdag geen elektriciteit en kan ik nog steeds de enige computer (die ergens in een lokaaltje staat) niet testen op wat en of die het doet. Het ding ziet er zeer stoffig en vergeeld uit en het toetsenbord durf ik eigenlijk niet eens aan te raken van de viezigheid.

Zoals ik al eerder schreef, ben ik met collega-vrijwilliger Lenke een plannetje aan het smeden om het computeronderwijs bij de gehandicapten structureler op te zetten. En er voor zorgen dat er de juiste voorzieningen komen. Ik hoop hiervoor een dezer dagen de hoofdSister te kunnen spreken. Alex zal een rol kunnen spelen in het overdragen van computerkennis.

Ze waren heel erg blij met de lesmappen die mijn VNNcollega’s zo mooi in elkaar hebben gezet. Je zult maar zomaar een eigen lesboek krijgen....! Ik zag later dat twee handarbeidleraren er driftig in stonden te bladeren op de gang.

zondag 14 november 2010

Trip naar Masaka en Lake Mburo

Het is er al meer dan tien dagen niet van gekomen om te bloggen. De reden is dat ik zoveel met Marleen heb ondernomen, dat er weinig tijd en energie overbleef om mijn materiaal te verwerken.
Er is weer van alles te vertellen en ik heb veel foto’s gemaakt. Ik zal het de komende dagen per onderwerp beschrijven.

Bij Grassrootz, een van de initiatieven van ICUganda (de organisatie die mij bemiddelt in het vrijwilligerswerk) heb ik de wildlifetrip geboekt. Samen met zes andere Nederlandse vrijwilligers, die hier in de banda’s van het guesthouse Besaniya verblijven, en Marleen, gingen we op pad in een busje met een Ugandese chauffeur.
Aan kilometers rijden is het niet erg ver, maar omdat de wegen zeer slecht zijn en er om een stad als Kampala zeer hardnekkige files zijn, duurt de reis lang.

Jjaja Bbanga school
Op de eerste dag van de trip bezoeken we een school, 50 km. zuidelijk van Masaka. De school is dit jaar geopend en opgericht door Sarah, de Ugandese vrouw van Sander die het guesthouse ICU in Kampala runt. De school ligt in de regio waar Sarah zelf is opgegroeid. Ze heeft 12 jaar in Nederland gewoond. Daar heeft ze aan den lijve ervaren dat planning, tijdsbesef en kennis leidt tot een effectieve ontwikkeling. Die principes, die mentaliteit wil ze via de school overdragen aan kinderen. Haar uitgangspunt is dat kinderen de toekomst zijn, nog zijn te vormen en nog niet vastzitten in tradities. Education gives hope is de slogan van de school. Ze krijgt veel support voor haar ideeën. Onlangs is er nog een ploeg Nederlandse ingenieurs geweest, die op vrijwillige basis in een week tijd een complete biogas-installatie hebben gebouwd. Ook voor het bouwen van het schoolgebouw, inclusief solar-installatie, heeft ze veel hulp gekregen. Maar er is ook tegenslag. Zo heeft ze vanaf het begin samengewerkt met een Ugandese onderwijzeres, die ze volledig vertrouwde op haar kennis en in het nemen van de leiding. Maar onlangs bleek dat deze vrouw de afspraken niet nakwam en veel geld heeft ontvreemd. Ontslag kon niet uitblijven en zodoende was er van de een op de andere dag geen leiding meer op de school. Met alle gevolgen van dien.

We werden hartelijk ontvangen op de school door zowel de leraren als leerlingen. Allerlei formaliteiten werden afgewerkt: lining-up van de kinderen, ons voorstellen aan de hele groep, liedjes zingen en als slot dansen met de kinderen op Afrikaanse muziek. Ik heb een klein filmpje gemaakt.

De overnachting was gepland in het huis van de opa van Sarah. Ze heeft hier zelf vroeger vaak gelogeerd en heeft het nu omgebouwd tot een guesthouse. Er is geen elektriciteit, gas of stromend water. Er is wel een mogelijkheid gecreëerd om een douche te nemen: een zak water, met slang en sproeikop, opgewarmd door de zon. Je hangt dit aan een balkje en je hebt een leuke verfrissing in de openlucht, onder de bananenbomen.
Op houtvuur werd er een traditionele Ugandese maaltijd voor ons gekookt. Bij het licht van de maan,verhalen van vroeger, verteld door de plaatselijke onderwijzer en door Sarah, hadden we een heerlijke avond buiten.

Lake Mburo
Lake Mburo is een Nationaal Park, ongeveer 220 km zuidwest van de hoofdstad Kampala. Het park is niet groot, 370 km maar biedt een grote variëteit aan wildlife. Het is het enige park in Uganda waar impala’s, elandantilopes en zebra’s leven. Met het busje met open dak reden we door het park, de zogenaamde game-drive (een rit in een auto om dieren te bekijken in hun eigen omgeving). Verder maakten we een vroege ochtendwandeling met een ranger die bewapend was en ons naar de juiste plekken bracht om het wild te zien. Hij was zelf zeer verrast een kudde zogenaamde elandantilopes aan te treffen. Deze dieren zijn nogal schuw en laten zich zelden van vrij nabij bekijken. We zagen veel moois aan vogels, zoals de kroonkraanvogel, die het nationale symbool van Uganda vormt. Verder impala’s, bavianen, zwijnen, waterbokken etc. Zie verder mijn foto’s.

Tijdens een boottocht op het meer troffen we vele nijlpaarden en o.a. de Afrikaanse visarend. Indrukwekkend was het. Toch een geheel andere beleving als in een dierentuin.
We overnachtten in grote tenten, midden in een park. De tenten stonden op houten vlonders met heuse bedden en klamboes. Eenmaal in bed verraadden alleen de geluiden dat we in de wildernis zaten.

woensdag 3 november 2010

Een soort van vakantie

Mijn vriendin Marleen is gearriveerd en brengt mij een bezoek van tien dagen. Naast een vrolijk weerzien bracht ze ook een tas vol spullen mee voor mij. O.a. kopieen van lesmateriaal die mijn VNNcollega’s in een prachtig jasje hebben gestoken. Dat zal hier zeer dankbaar worden ontvangen.
Met de komst van Marleen krijgt mijn verblijf een ander wending, een soort van vakantie. De komende dagen gaan we naar de stad Jinga en daarna gaan we een naturetrip doen in het park Lake Mburu (zuid west Uganda). Hierdoor zal ik de komende dagen mijn blogs minder vaak schrijven.

Het leven in de banda

Er kruipen nogal wat beesten luidruchtig over het dak van de banda waarin ik woon. Met name mijn huisgenoot wordt ’s nachts wakker van het lawaai in zijn slaapgedeelte. Bovendien liggen er iedere morgen uitwerpselen naast zijn bed en ruikt het er niet fris. Dit is ook in de ons woongedeelte het geval. We hebben de eigenaar hier de afgelopen weken steeds op aangesproken. Maar het ontbreekt op dit moment aan geld en aan coördinatie in dit guesthouse vanwege de overgangsfase naar een nieuw management. Afgelopen weekend is Marion, die de coördinatie over het guesthouse had, plotseling opgestapt uit onvrede.
Toch staat er ineens aan het eind van de zaterdagmiddag een man aan de deur die het rieten binnenwerk van het dak eruit komt slopen. Hij werkt hard door tot ver na donker. Ik kan nog wel in mijn slaapkamer maar mijn huisgenoot moet verhuizen naar een andere banda. De volgende dag gaat ook de woonkamer eraan. Het resultaat is dat we nu tegen een golfplaten dak aankijken. Een kolonie vleermuizen heeft erdoor het leven moeten laten, die werden zonder pardon doodgemept. Het is nu lekker rustig.... dat wel.

Een nieuwe leraar?

Het blijft een verrassing welke jongeren er nu wel en niet deelnemen aan de computertraining in de community Katega. De jongeren komen of veel te laat binnen, of vertrekken ineens. En iedere keer zie ik weer andere gezichten. Er is geen touw aan vast te knopen en ik heb maar besloten om me te richten op het aantal personen die er trouw iedere keer zijn (al dan niet op tijd). Niet zo gek dat ze er steeds zijn, want ze wonen in het huis van Geoffrey, waar de training gegeven wordt. Inmiddels kunnen we twee computers gebruiken en met mijn laptop erbij drie. De stenenbakker is nog steeds van de partij. Hij heeft er zichtbaar plezier in. Verder schuift Ivan, iedere keer veel te laat, steeds stilzwijgend aan. Hij blijkt een slimme jongen en blijkt al over veel computervaardigheid te beschikken.

Van Geoffrey heb ik slechts een glimp gezien. Hij heeft allerlei afspraken buitenshuis, onder andere een begrafenis van een jong meisje uit het dorp. De hele community loopt daarvoor uit en G. zegt dat als ik wil, ook mee zal kunnen gaan. Omdat ik graag wil kennismaken met het Afrikaanse leven en ook van nabij wil meemaken hoe er omgegaan wordt met de dood, neem ik graag zijn aanbod aan. G. belooft me op te komen halen bij zijn huis.

Als de meeste deelnemers vertrokken zijn, vermaak ik me leuk met Ivan. Kon hem blij maken met het heractiveren van zijn account op Facebook, een foto van hem maken en in zijn Facebook te plaatsen. Zijn persoonlijke verhaal is zoals ik er velen hoor: vader op jonge leeftijd overleden, zijn moeder kon niet meer voor hem zorgen en plaatste hem in een weeshuis. Hij zit nu in zijn laatste jaar van de middelbare school en wil heel graag ICT studeren. Maar dat kost geld en dat is er niet.
We spreken af dat hij aan de hand van het lesmateriaal de volgende les zal geven als ik er, in verband met ‘mijn vakantie’ niet ben. Ik ben benieuwd of het zal gaan lukken hem het stokje over te dragen als mijn Afrikaanse tijd er eind december op zit.

Uiteindelijk belt G. me op aan het einde van de middag. Sorry, maar hij had zich vergist in het tijdstip van de begrafenis. Het had al in het begin van de middag plaatsgevonden. Vele verontschuldigingen volgen.